Op deze prachtige najaarsdag staat een wandeling door de Vijfhoek in Haarlem onder leiding van de gids Jan Hoving ( www.wandelingdoordevijfhoek.nl ) op het programma. Jan is een buurtbewoner en heeft zich grondig verdiept in de geschiedenis van het stadsdeel dat hem zo dierbaar is. Met een groep van een twintigtal Novavita’ers, waaronder wel een stuk of 10 Haarlemmers, denken we vanaf de Stadschouwburg op het Wilsonplein van start te gaan. Maar er blijkt nog een buurtbewoner aanwezig te zijn: Barbara Martens. Zij wil weten of onze route langs haar huis gaat. Dat blijkt niet het geval. Maar Barbara woont in een bijzonder huis, namelijk het voormalige woonhuis van de bekende tuinarchitect Leonard Springer, en zij vindt dat een bezoekje waard.
Onze gids, Jan, kan niet anders dan de leiding aan Barbara te geven en zij troont ons mee naar haar prachtige huis in de Alexanderstraat. Springer is een beroemd tuinarchitect, die zijn sporen heeft nagelaten in o.a. de Haarlemmerhout, landgoed Elswout, de Oosterbegraafplaats en vele andere bekende parken en begraafplaatsen.
Twee kapiteins voor de groep werkt niet, dus Jan neemt vanaf hier het roer over en leidt ons door de wijk die in de 14e eeuw als uitbreiding van het oude Haarlem ontstond. Een wijk, die een grote bloeiperiode doormaakte in de 16e eeuw, toen na de val van Antwerpen talloze Vlamingen naar Haarlem kwamen en hier een bloeiende lakenindustrie opzetten. Veel straatnamen in dit gebied herinneren ons aan deze bedrijfstak.
Daarnaast kwamen er andere , vaak vervuilende, bedrijven: leerlooierijen, bierbrouwerijen en blekerijen. De wijk werd volgebouwd met arbeidershuisjes. Door het gebrek aan stadsplanning ontstond een wirwar aan kleine straatjes en dat maakt de wijk nu zo aantrekkelijk. De mensen leefden zonder riolering en ze kieperden hun vuil, samen met het vuil van de bedrijven op straat of in de grachten. De vijfhoek werd één grote vuilnisbelt en je snapt dat vaak besmettelijke ziekten uitbraken. Uiteindelijk raakte de wijk zo in verval dat in de jaren zestig van de vorige eeuw nog overwogen werd de hele wijk plat te gooien. Met name aldaar wonende kunstenaars hebben dat weten te voorkomen. Vanaf de jaren tachtig vestigden zich jonge mensen (met geld) in de wijk en zij gaven de aanzet tot het opknappen van de woningen. Als je er nu wandelt, ziet de wijk er welvarend uit; veel is gerestaureerd of opgeknapt. De lege plekken zijn met nieuwbouw opgevuld. Er is veel van vroeger bewaard gebleven; bijvoorbeeld maar liefst 6 hofjes, waarvan de oudste: het Hofje van Loo uit 1489.
Het oogt schilderachtig en het is inderdaad een oase van rust in de drukke stad. Maar vergis je niet. Ik heb met mijn gezinnetje tijdens mijn studententijd in een hofje in de Jordaan gewoond en de eerlijkheid gebiedt te zeggen: de huisje zijn verschrikkelijk klein; het is er enorm gehorig en comfort ontbreekt totaal (bv. geen douche). De meeste hofjes zullen nu wel gemoderniseerd zijn, maar wat blijft, is het gebrek aan privacy. Je zit boven op elkaars lip.
We hebben ook nog een bezoek gebracht aan de Nieuwe Kerk. Een zeer bijzondere kerk. De toren is ontworpen door Lieven de Key; het kerkgebouw is van de hand van Jacob van Kampen. De toren is in de Hollandse Renaissance stijl, terwijl het gebouw streng classistisch is. Het derde verschil is dat de toren eigendom is van de Gemeente Haarlem en het gebouw van de PKN (Protestantse Kerk in Nederland).
De vloer van de kerk is in restauratie, desondanks mochten we toch even binnen kijken. Uitgebreide uitleg van onze gids volgt en op het moment dat hij vol vuur vertelt over de stoofjes met hete kolen die vroeger gebruikt werden om mensen te verwarmen, roept een bouwvakker dat ze juist die ochtend in de spelonken van het gebouw nog een aantal stoofjes hebben gevonden. Onze gids is verrukt dat hij ze in het echt kan laten zien.
We hebben bijna drie uur heerlijk gedwaald door de straatjes en hofjes en de gids trakteert ons op talloze anekdotes, zoals
- Binnen hoeveel uur en op welke wijze gaf de Franse bezetter ruim 200 jaar geleden vanuit Haarlem zijn berichten door naar Parijs
- Wie was de reus die ruim 2.60 m lang was, waar woonde hij en hoe zagen zijn schoenen eruit
- Hoe komt het verhaal van de kermisattractie De kop van Jut in de Vijfhoek
- Wie stond bijna 70 jaar geleden met zijn ladder tegen de haan van de toren
Als je deze verhalen wilt horen, vraag het maar aan één van de deelnemers. Kun je meteen zien of hij/zij goed heeft opgelet.
Onze gids verdient een vet compliment! Want ga er maar aanstaan; je gaat op pad met een grote groep oud-docenten, die, zoals je weet, altijd alles beter weten. Toch slaagt Jan erin om dit volkje aan zich te binden met zijn terdege kennis, zijn boeiende geschiedenislessen en leuke anekdotes. Geholpen door het prachtige herfstweer hebben we een leuke en leerzame middag gehad. Dus hulde aan Jan Hoving, een Cajanus onder de gidsen.
Tenslotte gaat onze dank uit naar de organisator van deze middag: Ron Sluijs.
Huub Oostendorp
P.S.
Daniel Cajanus, de reus van Haarlem, was 2.60 m. lang (schoenmaat 62). Hij leefde in de eerste helft van de achttiende eeuw en verdiende zijn brood door zich ten toon te stellen. In 1745 kwam hij te wonen in het Proveniershofje. Komend voorjaar brengt zangstudio Haarlem de stadsopera Cajanus uit. De uitvoering is in het Nederlands gezongen en wordt opgevoerd in de St. Bavokerk op de Grote Markt. Kaarten zijn reeds verkrijgbaar. ( www.cajanus.nl )