Op bezoek bij Paviljoen Welgelegen
10 februari 2020
Dit prachtige gebouw ligt aan de rand van de Haarlemmerhout vlakbij centrum Haarlem. Ongeveer 40 Nova Vita leden bezochten het paviljoen op 10 februari. Het was voor de tweede keer dat Nova Vita leden het gebouw konden bezoeken.
Annelies Homburg (Nova Vita lid) en Joke Erkens- van Oostenbrugge leidden ons rond. En hoe! Wat hebben we genoten: van hun inspirerende rondleiding, het imponerende gebouw, de mooie kunstwerken – waaronder heel veel mooie lampen-, de mooie vloeren, de historische vertrekken en de drie bijzondere kleine musea, waaronder de Willemijntjeskamer en de slaapkamer van Lodewijk Napoleon.
Geschiedenis Paviljoen Welgelegen
Bankier en kunstliefhebber Henry Hope (1735-1811) liet de buitenplaats Welgelegen aan het eind van de 18e eeuw bouwen. Vanaf 1808 echter had het gebouw verschillende andere bewoners en functies.
1785-1792: ‘Tempel van de kunsten’
Henry Hope liet de buitenplaats Welgelegen bouwen om er zijn kunstcollectie in onder te brengen. In 3 grote museumzalen was een indrukwekkende collectie schilderijen te zien. Er hingen werken van Italiaanse, Vlaamse, Hollandse en Engelse meesters uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Hope gebruikte Welgelegen vanaf 1789 als buitenhuis waar hij vooraanstaande gasten en zakenrelaties ontving.
1808: Verkocht aan Napoleon: ‘mon pavillon’
Het gebouw was van 1794 tot 1808 onbewoond nadat Hope in 1794 naar Engeland vertrok, op de vlucht voor de Franse revolutie. In 1808 verkocht de zoon van Henry Hope het buitenhuis voor ƒ 300.000,- aan Lodewijk Napoleon, koning van Holland en broer van de Franse keizer. Lodewijk Napoleon noemde het gebouw liefkozend ‘mon pavillon’. Vanaf dat moment spreekt men over Paviljoen Welgelegen.
1813: Buitenverblijf Wilhelmina van Pruisen
Koning Lodewijk deed in 1810 afstand van de troon en verliet ons land. De troonsafstand werd in Paviljoen Welgelegen getekend. Zijn broer, Napoléon Bonaparte, bestempelde het Palais Royal als Frans staatseigendom. Bij de overgave in 1813 werd het Nederlands staateigendom. Koning Willem I gaf het gebouw in gebruik aan zijn moeder, prinses Wilhelmina van Pruisen (‘Willemijntje’). Zij gebruikte het als zomerverblijf tot haar dood in 1820.
1820-1930: Museum
Nadat het gebouw enige jaren had leeggestaan, besloot Koning Willem I in 1828 dat het een museum werd. Eerst werd het ingericht als Rijksmuseum voor Levende Nederlandse Meesters. In 1885 werd de kunst overgebracht naar het Rijksmuseum in Amsterdam. Vervolgens kreeg Paviljoen Welgelegen de functie van Geologisch Museum, Koloniaal Museum, Kunstnijverheidsmuseum en Fotografisch Museum.
1930: Provinciehuis Noord-Holland
Sinds 1930 werkt het bestuur van de provincie Noord-Holland vanuit Paviljoen Welgelegen. Het pand verkeerde destijds in slechte staat. De Rijksbouwmeester liet het pand verbouwen en maakte er een kantoorpand van. Alle gemeenten in Noord-Holland droegen bij aan de inrichting. Veel geschenken zijn nog in het paviljoen te zien.
2007: Paviljoen Welgelegen wordt gerestaureerd door architect Bouwstra. Het gebouw heeft zijn oorspronkelijke uiterlijk weer terug met inbegrip van de oude daklantaarns.
Waar praatten de Nova Vitaleden na afloop over? : de prachtige kleuren van de diverse vertrekken, de kroonluchter van glaskunstenaar Bert ven Loo, de kroonluchter van Jan Eisenloeffel en niet te vergeten de “Droomluchters” van de Haarlemse kunstenaar Michel van Overbeeke.
We hebben in kleine groepjes nog wat nagepraat in de entreehal met de twee grote bronzen beelden. De lift doet wat eigentijds aan, maar de aandacht wordt snel getrokken naar het monumentale trappenhuis met de grote schilderijen. Deze werken waren te groot om destijds mee te nemen uit de Hope collectie, gelukkig maar…..
Een middag, die ik niet snel zal vergeten! Dank je wel Annelies en Joke, het was weer een “Droommiddag”
Barbara Martens