Maak Kennis met Utrecht
18 juni 2019
Novavita heeft een lid dat gedurende ruim 50 jaar met lijf en verstand in Heemskerk heeft gewoond, maar waar het hart al die tijd is achtergebleven in de stad waar zij geboren is: Utrecht. Trees de Rooij is haar naam en Trees heeft haar jeugd doorgebracht in het hart van de stad, want haar ouderlijk huis staat aan de mooiste gracht van Utrecht, de Oude Gracht. Geen wonder dat Trees eens een uitstapje van Novavita naar haar stad wil maken en vandaag is het eindelijk zover.
Ik zeg wel eens gekscherend, als je eens iets wil plannen waar je mooi weer bij nodig hebt, doe dat dan gelijk met een uitstapje van Novavita: een betere garantie op goed weer heb je niet. Ook dit keer is het een prachtige zomerdag.
Om 10.30 uur verzamelen we in restaurant Oudaen. In dit voormalige stadskasteel is momenteel een grand café/restaurant en in de kelders een bierbrouwerij gevestigd. In de statige “ridderzaal”drinken we een kopje koffie vooraleer we op pad gaan. We bevinden ons direct op het voormalige speelterritorium van de jeugdige Trees. Er is veel te zien op zo’n 100 m2. Natuurlijk haar geboortehuis; schuin er tegenover de beroemde Winkel van Sinkel. In haar jeugd een statig bankgebouw en tegenwoordig, zoals zo veel in de historische binnensteden een horecagelegenheid. We wandelen het voormalige V&D pand (nu bibliotheek) binnen; prachtige glas en lood ramen en op de bovenste verdieping een schitterend uitzicht op de binnenstad. We wandelen langs haar voormalige lagere meisjesschool, waar de reguliere straat ook het schoolplein was. We krijgen wel een idee hoe het moet zijn geweest, want de Utrechtse binnenstad is gelukkig autovrij. Helaas is het gebouw, waar Trees ter kerke ging, gesloten. Dat is jammer, want de St Willibrordkerk is zeer bijzonder; het is een enorm rijk gedecoreerd gebouw, waar de katholieken in 1875 alles uit de kast haalden, nu ze weer “bovengrondse” kerken konden bouwen. De kerk wordt momenteel gebruikt door een orthodoxe katholieke stroming, die o.a. de Latijnse eredienst aanhangt. Maar gelukkig is het gebouw in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Om de wandeling toch een religieus randje te geven, wandelen we vervolgens door de kloostertuin van de Dombasiliek: een prachtige stille oase in de drukke stad.
We krijgen een uurtje verlof om te gaan lunchen. Ik wandel naar de Mariaplaats en strijk neer op een terrasje. Behalve van mijn lunch heb ik ook genoten van allen die langs paraderen. De kantoormensen, die een ommetje maken, de studenten, die het te mooi weer voor de collegebanken vinden en liever de terrassen opzoeken, de leerlingen van de Utrechts Conservatorium die zich met hun instrumenten op hun rug naar het gebouw tegenover spoeden: een heerlijke bedrijvigheid. En…. om met Martin Bril te spreken: het is een prachtige rokjesdag.
Om 13. 00 uur staat onze gids, Iris Dijkstra, klaar om ons mee te nemen voor een rondwandeling . Wederom door de binnenstad maar nu het oog gericht op panden die gebouwd zijn tussen 1890 en 1920; de tijd van art nouveau en art deco. Het is opvallend hoe weinig je in drukke winkelstraten naar de gevels boven de etalages kijkt, terwijl er toch zoveel moois te zien is. Na de gedegen uitleg aan de hand van verschillende gevels herken ik nu de art-nouvau panden aan zijn a-symmetrische gevelopbouw; de voorliefde voor gebogen lijnen (hoefijzervorm), de geglazuurde bakstenen; inpandige balkons en gestileerde bloemmotieven. Gegarandeerd dat ik nu in andere steden panden uit deze periode zal herkennen. Een leerzame en leuke rondleiding.
Om 14.15 uur zet de gids ons af bij het museum De Speeldoos. Dit museum herbergt een grote verzameling van zelf spelende muziekinstrumenten. Na een plasje en een drankje (of andersom) krijgen we wederom een rondleiding. De rondleider laat ons aan de hand van instrumenten de ontwikkeling van deze mechanische muziekvormen zien. Van de cilinderrol tot de boeken met gaatjes die in de draaimolens gebruikt worden. . En hij laat ons veel verschillende instrumenten horen . We starten met zeer oude huiskamerklokken die niet alleen de tijd aangeven, maar ook middels een rol met pinnetjes de klokken of orgelpijpen een melodie lieten spelen. Zo’n cilinderrol kon natuurlijk ook ingebouwd worden in allerlei fantasiestukken: een vogel in een kooitje, een konijn dat uit de hoed komt, een mannetje dat een trap beklimt en dat alles met een bijpassend melodietje. Vervolgens zien we de orgels van de buikorgels tot de grote straatorgels. Nu zorgt de cilinder niet voor de melodie , maar stroken papier en karton met gaatjes. Uiteindelijk belanden we in een grote zaal waar de enorme dansorgels staan opgesteld. Deze orgels waren demontabel en de uitbaters ervan trokken van stad naar stad om op kermissen en feesten in spiegeltenten de dansmuziek te verzorgen.
Hierna scheiden onze wegen. Sommigen blijven nog in het museum om de rest van de collectie te zien; anderen gaan de stad in om een hapje te eten en de overigen keren huiswaarts. Moe, maar tevreden en voldaan.
Bedankt Trees,je hebt voor een mooie (letterlijk en figuurlijk) gezorgd. En eerlijk is eerlijk: Utrecht is de moeite waard!
Huub Oostendorp